De Joodse gemeenschap

De Joodse Kille.

Terugkomend op de gedenksteen bij het monument in Smilde staan er twee namen vermeld als kerkmeesters (Parnassen), namelijk Salomon Jozef Cohen en Simon (Nathans) Magnus. Een kerkmeester is een lid van het kerkbestuur van een Joodse gemeente. Deze functie, die van oudsher een belangrijke rol vervulde, omvatte verschillende verantwoordelijkheden die verband hielden met het beheer en de organisatie van de synagoge en de bredere Joodse gemeenschap. Hoewel een parnas een sleutelrol speelt in de gemeenschap, heeft hij geen ceremoniële of religieuze taken zoals het leiden van gebeden of het uitvoeren van rituelen. Deze rollen worden doorgaans vervuld door de rabbijn, chazan of andere religieuze functionarissen. In het verleden hadden kerkmeesters vaak aanzien binnen de gemeenschap vanwege hun verantwoordelijkheid en soms hun financiële welvaart. In sommige gevallen waren zij ook invloedrijk in het aangaan van diplomatieke betrekkingen met de niet-Joodse samenleving.

Izaak de HaanVerder had je binnen een gemeente voorgangers en voorzangers (chazan). Beide functies zijn identiek, maar het verschil is dat een voorganger niet per se ook een chazan (voorzanger) is. Hij leidt de dienst en zegt het gebed voor het publiek. Een voorzanger doet hetzelfde, maar geeft de dienst een extra dimensie met zijn zang. Izak de Haan, de vader van Carry van Bruggen en Jacob Israëls de Haan, was een chazan.

De functie van de sjames (soms ook geschreven als "sjammès") in een synagoge is een traditionele rol die verschillende verantwoordelijkheden omvat. Het woord "sjames" is afgeleid van het Jiddisch en betekent "dienaar" of "koster." In het Hebreeuws wordt deze functie vaak aangeduid als gabbai, wat ook "beheerder" of "opziener" betekent. Hoewel de sjames geen religieuze leider is (zoals een rabbijn of chazan), speelt hij een cruciale rol in het dagelijkse functioneren van de synagoge en het ondersteunen van de gemeenschap. De sjames wordt vaak gezien als een onmisbare schakel in het waarborgen van de continuïteit en orde van het Joodse gemeenschapsleven.
Naast een sjames had je ook een gabbai (gabbe). In sommige synagogen kunnen de rollen van gabbai en sjames overlappen, maar traditioneel zijn ze verschillend in hun focus en verantwoordelijkheden. De gabbai (of "gabai") is een rol die meestal meer betrekking heeft op de administratieve en rituele aspecten van de synagoge. De gabbai is verantwoordelijk voor de organisatie van de religieuze diensten en heeft invloed op wie bepaalde rituele taken uitvoert.

  • Gabbai:
  • Richt zich voornamelijk op de rituele organisatie van de dienst, zoals het aanwijzen van wie de Tora leest en het coördineren van rituele taken.
  • Sjames:
  • Heeft een meer praktische rol, gericht op het onderhoud van de synagoge, het voorbereiden van de dienst en het ondersteunen van de gabbai en andere leden van de gemeenschap.



    Een rabbijn is een geestelijke leider van de gemeente; hij heeft verder geen functie bij het gebed en de dienst. Een rabbijn moet gestudeerd hebben op een seminarium voor rabbijnen en verkrijgt daar een bevoegdheid om rabbijn te zijn. Hij doet meestal het pastorale werk en geeft lessen aan jongeren en volwassenen. Een moreh is een leraar, niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen. Dan heb je nog een dayan. Een dayan is een rechtsgeleerde in de Joodse wetten, meestal is het de rabbijn. Een mohel is iemand die de besnijdenis uitvoert. En tenslotte heb je nog de sjochte, een rituele slachter van de gemeente. Zowel Van Dam als Magnus waren in het begin van de 20e eeuw slagers, waarbij aangenomen mag worden dat zij alleen kosher vlees hadden. Naar alle waarschijnlijkheid was een van de twee, of allebei, een sjochte.